Screenshot Evelien Smits in Ter Zake
Dagboek
25 maart, 2016

Dagboek van een tumorimmunologe

Onze job is zo gevarieerd dat we nooit een hele dag hetzelfde doen. Maar als ik geen cellen meer bij elkaar zet, wat doe ik dan wel in mijn voorbijrazende werkuren? Een tip van de sluier die hangt over het leven van de tumorimmunologe.

Als mensen vragen welke experimenten ik in het lab doe als kankeronderzoekster, antwoord ik meestal als deel van de waarheid: “We zetten kankercellen en immuuncellen bij elkaar en we kijken welke trucs we uit onze doos kunnen halen, opdat de immuuncellen de kankercellen zouden doden.” Bij aandachtige toehoorders volgt dan vaak een reactie in de trant van “Heel de dag cellen bij elkaar zetten, is dat niet sáái?”. Een meerkeuzevraag met volgende correcte antwoorden: A/ Nee, cellen bij elkaar zetten is helemaal niet saai. B/ Daarna immuunactivatie en tumordood meten is zelfs nog fascinerender. C/ Ik heb al jaren niet meer de tijd gevonden om zelf nog eens cellen bij elkaar te zetten. D/ Onze job is zo gevarieerd dat we nooit een hele dag hetzelfde doen. Maar als ik geen cellen meer bij elkaar zet, wat doe ik dan wel in mijn voorbijrazende werkuren? Een tip van de sluier die hangt over het leven van de tumorimmunologe.

Die woensdag loop ik ’s ochtends mijn bureau binnen (slenteren is niet echt aan mij besteed), zoals vaak met het nog-niet-helemaal-wakkere hoofd van een avondmens en duidelijk nog murw geslagen van de zes projectaanvragen die twee dagen ervoor allemaal op diezelfde dag moesten worden ingediend. Dat had me heel wat dag-, avond- en weekenduren gekost. U zult denken: zés aanvragen, is zij dan zo hebberig? Nee, voor de ‘kankerimmuuntherapieomeletten’ moeten een heleboel eieren gebroken worden. En gezien het slaagpercentage, is zes zowat het aantal aanvragen dat je indient om er dan een à twee toegewezen te krijgen, zodat je gezwind verder kunt klutsen. 
Daar komt bij dat een deadline voor projectaanvragen van de universiteit samenviel met een deadline van de Stichting tegen Kanker en dat ik in twee onderzoeksgroepen mee jongleer om alle ballen in de lucht te houden. Bovendien kreeg mijn doctoraatsstudent diezelfde maandag te horen dat een dossier voor ethische goedkeuring van ons onderzoek een maand eerder niet op de laatste nieuwe formulieren was ingediend. We werden verzocht ons dossier binnen de zestien uur op de juiste formulieren in te dienen. Zo niet, zouden we extra maanden moeten wachten op een volgende mogelijkheid tot groen licht, wat de financierende instantie ertoe zou brengen de financiering af te blazen. Een ferme, helaas geen onbekende, energievreter.

Eerste telefoon van de dag. “Goedemorgen, Terzake, mogen wij u enkele vragen stellen over de recente doorbraak in kankerimmuuntherapie?” De mist in mijn hoofd klaart onmiddellijk op. Ik doe mijn best zo helder mogelijk op de vragen te antwoorden. “Bedankt, professor Smits, klinkt heel interessant, wel een beetje complex. U hoort snel of we u vanavond als gast aan bod laten komen in de studio.”

Ondertussen is het startuur van mijn eerste vergadering al gepasseerd. Samen met een collega overleg ik met een bedrijf voor hoeveel eieren ze ons de nodige producten kunnen leveren om ons nieuwe celtherapieproduct van het lab naar de kliniek te kunnen brengen. We zijn er fier op dat we in Antwerpen dankzij het Centrum voor Celtherapie en Regeneratieve Geneeskunde, opgericht in 2005, in staat zijn om wat we in het lab ontwikkelen, ook te testen bij patiënten. Met de nieuwe inzichten die we uit onze klinische studies halen, gaan we opnieuw aan de slag in het lab om de celtherapie te verbeteren. Ook al vordert onderzoek slechts stapje voor stapje en moeten we bérgen papierwerk verzetten, we hebben kankerpatiënten al echt kunnen helpen.
Ik haal snel even een broodje om daarna met mijn doctoraatsstudenten hun resultaten te overlopen. Altijd heel boeiend om samen oplossingen voor problemen te bedenken, kritisch de resultaten te bekijken, de nieuwe experimenten concreet vorm te geven en te bespreken hoe we ons onderzoek op een duidelijke manier in een publicatie kunnen neerschrijven. Bovendien beginnen we vandaag met een amuse-gueule, want een van de doctoraatsstudenten oefent zijn praatje voor de wedstrijd wetenschapscommunicatie aan onze universiteit. Onze ogen fonkelen, die van mijn presenterende doctoraatsstudent iets minder. Hij is deze ochtend namelijk voor dag en dauw aan zijn experimenten begonnen om alles in een dag gepast te krijgen.
Omdat mijn volgende vergadering er alweer aankomt, bel ik snel even naar de VRT om bevestiging te krijgen dat ik er inderdaad ’s avonds verwacht word. Opnieuw vijf minuten te laat, wisselen we samen met een onderzoekster uit een bedrijf de resultaten uit die behaald werden met hun nieuwe kankermedicijn. Het is niet altijd gemakkelijk om de neuzen van onderzoekers uit de publieke en private sector in dezelfde richting te laten wijzen, maar er is goodwill langs beide kanten. Als ik onze bezoekster mag geloven, lukt het bedwingen van enige opkomende nervositeit voor mijn avondprogramma me niet goed. Mijn collega’s spreken dat ten stelligste tegen.

Onze faculteitsvergadering waarin de twee kandidaat-rectoren het vuur aan de schenen wordt gelegd in de aanloop naar de rectorverkiezing, sla ik noodgedwongen over om me voor te bereiden op mijn persoonlijke vragenvuur. Ik doe nog even wat literatuur en dringende mails, verwittig een paar supporters van mijn nakende Terzake-debuut en spurt naar huis om tijdig in Brussel te raken. Wanneer ik in Brussel aankom, word ik meteen aan de schminktafel gezet. Ik krijg een micro opgespeld en ik word richting studio begeleid. Bijna loop ik te vroeg in beeld, hilariteit in de studio. Aan de berg positieve reacties achteraf maak ik op dat deze oefening in wetenschapscommunicatie goed verlopen is. Bovendien wijzen verschillende mensen, inclusief Annelies Beck, me erop dat mijn ogen blinken als ik over immuuntherapie praat. Heel belangrijk om te weten waarvan je ogen gaan fonkelen, hoorde ik nog maar net op het werk in de cursus ‘veerkrachtig omgaan met stress’. En zo kan ik de dag afsluiten met een nieuwe dosis energie, hartelijk welgekomen om mijn tanden te zetten in de volgende meest prioritaire deadlines, de administratieve energievreters en de onbeantwoorde mails die op me wachten.