Gender

De vijf Vlaamse universiteiten boekten de voorbije jaren vooruitgang inzake gendergelijkheid in de verschillende geledingen van de universiteit. Toch duurt het, wanneer de huidige koers behouden blijft, nog minstens tot 2050 voor er sprake kan zijn van daadwerkelijk genderevenwicht onder het academisch personeel van de Vlaamse universiteiten. Omdat deze situatie niet te wijten is aan een gebrek aan instromend talent op het niveau van doctoraatsstudenten maar aan een leaky pipeline waarbij vrouwen minder doorstromen naar hogere academische functies, moedigt de Jonge Academie de universiteiten aan om een versnelling hoger te schakelen inzake gender- en diversiteitsbeleid. 

Op 11 februari 2019 – de dag die door de Verenigde Naties (UNESCO) werd uitgeroepen tot internationale dag van vrouwen en meisjes in de wetenschap – lanceerde een campagne en bijbehorende website “Wetenschap is M+V+X” met als doel de aandacht te vestigen op de genderthematiek en een nieuwe impuls te geven aan wetenschappelijk-gefundeerde actie om tot een versneld genderevenwicht te komen aan de Vlaamse universiteiten. Deze campagne mondde uit in het VLIR-JA Charter Gender in Academia, dat werd ondertekend op 26 juni 2019.

Het charter bevat 5 actielijnen die de de JA blijvend wil promoten, implementeren en monitoren:

1. Vormingen over gender en bias;
2. Procedures voor selectie en bevordering;
3. Vertegenwoordiging in raden en commissies;
4. Werkbare werkcultuur;
5. Monitoring. 

Tot slot willen we benadrukken dat gender-onevenwicht en impliciete vooroordelen niet uitsluitend betrekking hebben op vrouwen. In sommige faculteiten of opleidingen vormen mannen onder studenten en (junior)onderzoekers de ondervertegenwoordigde groep. Zij, alsook mannen die zorg- en privé-engagementen opnemen, kunnen eveneens te lijden hebben onder impliciete vooroordelen omwille van hun man-zijn. Bovendien weten we dat een aantal mensen zich beter voelt bij een niet-binaire genderidentiteit (bv. “genderqueer”, “gender non-conform”, “genderfluïde”, “bigender” etc.) en dat ook zij te maken krijgen met impliciete vooroordelen. Het uiteindelijke doel is een werkomgeving scheppen waarin zowel M, V als X zich aanvaard en gewaardeerd weet.